Op 28 maart namen gedeputeerde Suzanne Otters en ik afscheid van Provinciale Staten. Suzanne wordt per 11 april beëdigd tot burgemeester van Son en Breugel. En ik start per 1 juni als Programmadirecteur Transities (Klimaat, Circulariteit en Digitalisering) bij Deltalinqs. Omdat er voorlopig geen Statenvergaderingen ingepland staan, heb ik mijn afscheidswoorden dus al mogen uitspreken. Die deel ik graag hier.

Beste Statenleden,

“Should I stay or should I go.” Dat was de vraag waar ik al een tijdje mee rond liep. “If I go there will be trouble,…. And if I stay it will be double….”, zo gaat de tekst van dit lied. En toen kwam er een functie vrij die voldoet aan ongeveer alles wat ik zoek in een nieuwe baan. Binnen de kortst mogelijke tijd had ik een contract. Toch waren er ook genoeg redenen geweest om wel te blijven. En daar wil ik vandaag met jullie bij stil staan.

Ik ben van de lichting statenleden uit 2011. Een lichting die in ons College van Gedeputeerde Staten goed vertegenwoordigd is. Ik weet niet of het aan die gezamenlijke reis ligt, maar we hebben hetzelfde gevoel voor de richting die we Brabant op willen sturen de toekomst in. En tegelijkertijd hebben we allemaal onze eigen stijl en leggen we andere accenten. Dat geeft gespreksstof, maar vooral ook heb ik veel van mijn collega’s geleerd. Niet alleen diep, maar ook breed en rond kijken, zou je kunnen zeggen.

Een bijzonder woord van dank wil ik richten tot Hagar. Jouw inhoudelijkheid en drive, of is het je inhoudelijke drive, of beide? Dit maakte onze samenwerking bijzonder prettig. Ik hoop dat inhoudelijkheid en drive volop in het college vertegenwoordigd zullen blijven.

Statenleden rouleerden deze periode in hoog tempo. En mijn eigen fractie spant denk ik de kroon. Toch kijk ik daar als lijsttrekker uit 2019 ook wel met gepaste trots naar. We hadden blijkbaar een lijst met ontzettend veel talent. Talent dat sneller dan verwacht doorstroomde naar nieuwe functies, studies en soms ook woonplaatsen, waardoor het Statenlidmaatschap niet meer te verenigen was. Door al die wisselingen heen is de fractie een team geweest, een warm bad voor ieder lid, elke medewerker en voor mij persoonlijk. Dat is te danken aan alle leden van de fractie. 

Tot de nu afzwaaiende fractieleden wil ik kort het woord richten. Ine, als moeder van de fractie zorgde jij voor harmonie. Dat zeg ik een korte zin, maar het is van onschatbare waarde geweest. Suat, jouw humor is ongeëvenaard en nooit over de ruggen van anderen. Bettine, jouw toewijding, integriteit en leergierigheid mogen tot voorbeeld zijn voor menig statenlid. Liesbeth, jouw levenservaring en politiek-bestuurlijke wijsheid waren een baken in een woelig politiek jaar. Henriëtte, in die paar maanden dat jij Statenlid hebt mogen zijn heb jij veel geïnvesteerd en er het maximaal mogelijke uitgehaald! 

Ik ga niet alle andere Statenleden persoonlijk bedanken. Ik benoem er een paar, omdat daar ook vanuit mijn kant een persoonlijk verhaal aan zit. Wilma en Tom. Hoewel jullie vanuit verschillende politieke stromingen komen, wil ik jullie beide complimenten geven vanwege jullie grote inhoudelijke kennis. Meer in het algemeen is mijn overtuiging dat door dossiers met elkaar niet principieel, maar inhoudelijk aan te vliegen, de gezamenlijkheid veel gemakkelijker gevonden kan worden. Dat vraagt overigens ook iets van de stijl van argumenten en debatteren.

Dat brengt mij op de inmiddels vertrokken Harry. Ik moet zeggen dat ik hem wel een beetje mis. Want hij had zeker kennis van zaken, hoewel hij soms wel wat eenzijdig zijn bronnen kon zoeken. Hij sneed af en toe terechte vraagstukken aan zoals de herkomst van zeldzame aardmetalen die benodigd zijn voor zonnepanelen en windturbines. Maar de toon maakt de muziek. Ik denk dat constructieve moties zoals borgen van goede recycling, of stimuleren van innovaties die minder zeldzame aardmetalen gebruiken, best kans hadden gemaakt. Bovendien is het belangrijk om ons te realiseren – en ik citeer nu uit een document dat Stientje van Veldhoven heeft geschreven in de tijd dat ze nog Tweede Kamerlid was: “Geen enkele keuze kent alleen maar winnaars. Het gaat erom een keuze te maken die op de lange termijn zo veel mogelijk winnaars en zo min mogelijk verliezers kent.” Ik ben ervan overtuigd dat we die keuze maken met de Energieagenda 2030.

Dan een kort dankwoord aan Edith. Ooit in mijn eerste jaren als Statenlid ben ik wel eens de pitbull van D66 genoemd: bijten en niet meer los laten. Nou, dat is een kwaliteit die jij zeker bezit! En het is voor een Statenlid een waardevolle kwaliteit.
Anne-Miep en Paranka, hoewel ik vaak net iets anders denk over oplossing, weten jullie hopelijk ook dat ik jullie achterliggende zorgen over de toekomst van onze planeet deel. Want die planeet kan wel zonder ons, maar wij …..

Dan even over het belang van optimisme in de politiek. De vraagstukken waar we voor staan zijn immens. Zonder optimisme dat oplossingen gaan slagen, komt er niets van de grond. Vervolgens vraagt het wel lef om eerlijk te zijn over wat er niet is gelukt. Zo was onze ambitie met Nul op de meter woningen in 2015 torenhoog. Nou, dat is bepaald niet gelukt. Maar in het nastreven van die ambitie hebben we wel veel waardevolle dingen geleerd en in gang gezet die de energietransitie verder hebben gebracht. Dat geldt ook voor ons 100.000 elektrische voertuigen plan. Dat getal had in 2020 bereikt moeten zijn. We zitten er volgens mij nog steeds niet aan. Maar wél zijn we samen met de Metropoolregio Amsterdam koploper in het uitrollen van laadpalen en hebben we steeds de beste, meest moderne aanbesteding voor onze laadpalen. Dat was niet gelukt zonder een ambitieus doel.

In het bedanken heb ik vele Statenleden niet genoemd en ook al die andere mensen die mijn dank verdienen kan ik niet allemaal bij naam noemen. In mijn jaren als gedeputeerde heb ik veel gegeven en daar minstens evenveel voor terug gekregen. Dat kon alleen dankzij al die mensen om mij heen: de ambtenaren, het ondersteunend personeel: mijn woordvoerder die al sinds 2015 bij mij is, bestuursadviseurs, secretaresses, chauffeurs, catering, schoonmaak, de griffie: een rol binnen het openbaar bestuur waar ik ontzettend veel bewondering voor heb, en in het bijzonder het thuisfront, familie en vrienden. 

Richting mijn naasten heb ik het vaak even af laten weten. Ik ben hen ontzettend dankbaar dat ze dat iedere keer weer hebben geaccepteerd. Ik hoop dat daar de komende jaren wat meer balans in kan zijn.

Met veel trots en dankbaarheid kijk ik terug op 12 jaar politiek-bestuurlijk actief zijn in Brabant. Ik verleg mijn werkkring naar Rotterdam. Daarbij blijf ik mij inzetten voor de grote transities, en neem ik Brabant mee in mijn hart.